Bijzondere relatie
In mei 2009 stond de toren van de
St. Maartenskerk in Ophemert in de steigers vanwege herstelwerkzaamheden. Om de
daar op hoogte werkzame bouwvakkers te beschermen tegen de wind waren de
steigers omhuld met plastic doek. Op 18 mei vertrok ik op de fiets naar
Ophemert om in en rond de kerk enkele foto’s te maken voor mijn stamboom van de
familie Van Haeften. Bij de kerk raakte ik in gesprek met een opzichter, die
mij vroeg wat ik kwam doen. Ik vertelde hem in het kort iets over de relatie
van de kerk met leden van de familie Van Haeften, die ruim drie eeuwen eigenaar
zijn geweest van Kasteel Ophemert. De opzichter adviseerde me de steiger op te
gaan om van bovenaf mooie foto’s te kunnen maken.
Toren St.
Maartenskerk in de steigers
|
Met de bouwlift, die naast de
toren stond, ging ik naar boven, naar het hoogste niveau. Rond de spits van de
toren was een plateau gemaakt om ook het ornament op het puntje van de toren te
kunnen opknappen. Daar stond ik op het niveau van de uitstekende plank op de
foto hierboven. Ophemert en het prachtige Betuwse landschap diep onder mij. Ik
genoot van het uitzicht tot Zaltbommel en naar Dreumel aan de overkant van de
Waal. In mijn fantasie zag ik de Heren van Ophemert en Zennewijnen op hun
paarden draven door het landschap op weg naar een of ander familielid in een
ander kasteel.
Uitzicht vanaf toren
St. Maartenskerk richting Zaltbommel
|
Na ongeveer een half uur ging ik
weer naar beneden met de bouwlift om in en rond de kerk foto’s te maken. De
relatie van de kerk met de leden van de familie van Haeften, die eigenaar waren
van Kasteel Ophemert is in drie eeuwen steeds bijzonder geweest. Er is zelfs niet
veel voorstellingsvermogen voor nodig om de St. Maartenskerk als een klein Van
Haeftenmuseum te beschouwen, maar dan wel als een museum ter nagedachtenis aan
overledenen van de familie. Maar ook de sporen van de familie Mackay, de latere
eigenaren van Kasteel Ophemert, zijn in de kerk duidelijk zichtbaar, evenals
enkele herinneringen aan de familie De Cocq van Delwijnen.
Rouwbord Barthold
van Haeften
|
Direct bij binnenkomst vallen in
de hal de rouwborden van Françoise
van Til (†1730) en Margriet van
Lynden (1699-1761) op. Françoise
van Til, die op 8 juli 1717 als lidmaat van de hervormde gemeente Ophemert
& Zennewijnen werd aangenomen met attestatie uit Nijmegen, was de
echtgenote van Walraven van Haeften, de oudste zoon van Reinier van Haeften
(1646-1733), wiens rouwbord in de kerk hangt, en Adriana Maria de Cocq van
Delwijnen (1653-1709), het rouwbord van haar broer Johan (1655-1724) is ook in
de kerk te bewonderen. Margriet van Lynden was gehuwd met Barthold van Haeften,
de jongere broer van Walraven en wiens rouwbord in het koor van de kerk hangt. Margriet was het eerste
vrouwelijk lid van de kerkenraad. Van 1749-1758 was zij als “politique
Armmeesterse” speciaal belast met de zorg voor minderbedeelden.
In het koor van de kerk bevindt
zich ook de grafsteen van de eerder genoemde Reinier van Haeften en Adriana
Maria de Cocq van Delwijnen. Door het vroege overlijden van zijn vader Walraven
van Haeften (1600-1657) kwam Reinier al op 13-jarige leeftijd in het bezit van
de heerlijkheid Ophemert en Zennewijnen. Door zijn huwelijk met Adriana Maria
verwierf hij ook de heerlijkheid Wadenoijen. Reinier en Adriana Maria gelden
als de oudst bekende lidmaten van de kerk uit het geslacht Van Haeften.
Koperen plaat ter
nagedachtenis aan Margriet Anne baronesse van Haeften
|
Aan de muur van het koor zijn een
viertal koperen platen bevestigd, die afkomstig zijn uit de grafkelder van de
familie Van Haeften op de begraafplaats aan de zuidmuur van de kerk. Deze
platen hebben op de lijkkisten gezeten. Het zijn de platen van Margriet Anne
baronesse van Haeften, de oudste dochter van diplomaat Reinier van Haeften
(1729-1800) en Jeanne Kick (1758-1799) en de laatste Vrouwe van Ophemert en
Zennewijnen uit de familie Van Haeften, Arnolda Margaretha van Haeften-Mackay
(1771-1849), de tweede echtgenote van Barthold de Cocq van Haeften (1755-1808),
van Margriet Bartholde de Cocq van Haeften en Constantia Louisa Arnoldina
Quarles de Quarles-de Cocq van Haeften (1802-1857), de jongste dochters van
Barthold de Cocq van Haeften en Arnolda Margaretha Mackay. Van de genoemde
dames heeft er nooit één in Ophemert gewoond, zij woonden op Kasteel Blitterswijk
in Wansum (L). Dat ze toch in Ophemert begraven zijn duidt op de bijzondere
band van de familie met het dorp.
De St. Maartenskerk is in het
bezit van een zilveren schotel en twee zilveren bekers, alle voorzien van het
wapen van de familie van Haeften, voor gebruik bij het Avondmaal. Schaal en
bekers zijn een geschenk van ‘de
Hoogwelgeboren Freules Van Haeften’, vermoedelijk de vier dochters van
Barthold de Cocq van Haeften. Het zouden echter ook de vier dochters van Reinier
van Haeften en Jeanne Kick geweest kunnen zijn.
Toegang tot de
grafkelder van de familie Van Haeften
|
Zoals al opgemerkt, op het
kerkhof langs de zuidmuur van de kerk bevindt zich de grafkelder van de familie
van Haeften. Naast de al genoemde personen vormt de kelder ook de laatste
rustplaats voor Anna Ursulina van Lynden van Hemmen (1728-1755) en haar man
Johan Walraven de Cocq van Haeften (1722-1782). Tegenwoordig is de toegang tot
de grafkelder dichtgemetseld om te voorkomen dat die onder water komt te staan.
Bijzonder blijft, dat behalve Reinier van Haeften en Adriana Maria de Cocq van
Delwijnen geen van de in de kelder begraven personen in Ophemert op het kasteel
gewoond heeft.
Tiel, 09-08-2016
Geen opmerkingen:
Een reactie posten