Familiefoto's

Familiefoto's
Familiefoto's

donderdag 3 mei 2018

Genealogisch blog 281


Vier kastelen

Wie tegenwoordig door het dorp Herwijnen, aan de Waal in het westelijke deel van de Tielerwaard, rijdt of beter fietst zal er geen idee van hebben, dat hij of zij zich beweegt door een dorp dat in de Middeleeuwen een van de belangrijkste plaatsen was in de Tielerwaard. Heden ten dage ademt het dorp een en al rust. De grootste drukte speelt zich of op het water van de Waal waar vrachtschepen af en aan varen, zo’n 600-700 per dag. Wanneer je je door het dorp beweegt moet je heel goed kijken, en vooral weten waar je moet kijken, om nog iets van de oude glorie te herkennen. Mogelijk dat het imposante huis Nieuw Frissestijn bij de bezoeker nog iets oproept van de grandeur uit ver vervlogen tijden.

Nieuw Frissestijn
Nieuw Frissestijn

In de Middeleeuwen en enkele eeuwen daarna was Herwijnen, dat strategisch ligt in de westelijke punt van de provincie Gelderland en grenst aan Holland, de grootste plaats in de Tielerwaard. Interessant dus voor de heren van Arkel, die in de 13e eeuw voortdurend bezig waren hun machtsgebied vanuit Gorichem uit te breiden naar het Oosten. Voor het bereiken van hun doelen hadden ze best een robbertje vechten over.
De oudst bekende Heer van Herwijnen was Hubertus, die op het einde van de 13e ten tonele verscheen. Deze van oorsprong Franse ridder wist zich in Herwijnen het nodige bezit te verwerven. Zijn zoon Gijsbert liet kasteel Wayenstein aan het begin van de 14 eeuw bouwen op de grens met het grondgebied van de Heren van Arkel. De stenen die voor de bouw gebruikt werden kwamen overeen met die van de St. Maartenskerk in Zaltbommel, van een gedeelte van Kasteel Waardenburg en van de kerk in Brakel.
In 1312 verpandde Gijsbert van Herwijnen zijn bezittingen aan Jan van Arkel, omdat hijzelf benoemd werd tot richter van de Veluwe. Gijsbert loste zijn pand weer in, waarna de Heren van Herwijnen tot 1415 op Wayenstein bleven wonen. De dochter van Gijsbert, Adelissa van Herwijnen, huwde met Dirk Wouters van Tuyl. Hun zoon Bruysten (1341-1410) nam de achternaam van zijn moeder over, omdat de leden van het geslacht Van Herwijnen in hoger aanzien stonden dan de familie Van Tuyl, die slechts ministerialen waren. Ministerialen beheerden in die tijd de kerkelijke goederen, maar toen de macht van de bisschop van Utrecht steeds minder werd, gingen de ministerialen zich steeds zelfstandiger gedragen en ze slaagden er zelfs in hun ambt erfelijk te maken. Vanaf dat moment was er geen binding meer  met de bisschop en de kerk.

Restanten van Kasteel Wayenstein
Restanten van Kasteel Wayenstein

In 1370 trad Bruysten in het huwelijk met Elisabeth van Beieren (1353->1415), een bastaarddochter van Albrecht van Beieren (1336-1404), de graaf van Holland. Ondanks het feit, dat Bruysten nogal een vechtersbaas was – hij was lid van het Verbond der Kabeljauwen -, leed zijn maatschappelijke carrière daar niet onder. Hij kreeg de benoeming als ‘rentmeester van Zeeland beooster de Schelde’, werd Heer van Stavenisse, ambtman van de Tieler- en Bommelerwaard en raad (adviseur) van zijn schoonvader.
De verhouding tussen Bruysten en zijn schoonvader Albrecht van Beieren verslechterde echter, omdat Albrecht van Beieren Bruysten ervan verdacht gelden verduisterd te hebben, die hij als rentmeester van Zeeland had moeten afdragen. De Hollanders onder leiding van Albrecht namen Bruysten gevangen. Maar met hulp van Otto van Haeften (1365-1430), zijn schoonzoon die met zijn dochter Adelissa was getrouwd in 1392, wist Bruysten te ontkomen naar Slot Loevestein. De Hollanders veroverden Loevestein echter, waarbij twee, te hulp geschoten zwagers van Otto gevangen werden genomen door de zoon van Albrecht. Bruysten en Otto ontkwamen. Bruysten vond onderdak bij de hertog van Gelre.
Tijdens de Arkelse Oorlog (1401-1412) speelde Wayenstein een belangrijke rol, en liep aanzienlijke schade op door de gevechtshandelingen. Tijdens die oorlog was Otto van Haeften weer betrokken bij de zaken van zijn schoonvader. Jacoba van Beieren (1401-1436) streed met haar oom Jan van Beieren, bisschop van Luik, over de opvolging in het graafschap Holland en Zeeland. Jacoba was haar vader Albrecht opgevolgd, maar Jan van Beieren betwistte dit. De hertog van Gelre koos de zijde van Jan van Beieren. In deze oorlog streden Otto van Haeften, Bruysten van Herwijnen, Steven van Maurick en Gijsbert Pieck aan de zijde van de hertog van Gelre.
Als dank voor bewezen diensten droeg Bruysten niet alleen het Kasteel Wayenstein in 1405 over aan Otto en zijn vrouw Adelissa, maar ook het Kasteel Frissestein, dat Johan van Herwijnen een voorvader van Adelissa rond 1350 had laten bouwen. Otto en Adelissa kozen ervoor om op Frissestein te gaan wonen, terwijl Bruysten zeer waarschijnlijk op Wayenstein bleef wonen.

Kasteel Frissestein
Kasteel Frissestein

Op 5 april 1415 verklaarde Otto van Haeften, dat  zijn huis te Herwijnen met de voorborcht, dat vroeger van Bruysten van Herwijnen was geweest , een open huis zou zijn voor de hertog van Gelre op voorwaarde, dat hij het bij leven of na zijn dood mocht vermaken aan een van zijn zoons. De hertog stemde daarmee in, maar verbond daaraan wel de bepaling, dat Otto een jaarlijkse vergoeding moest geven aan zijn zwager Willem van Herwijnen.
Niet lang na de bouw van Frissestein, dat buitendijks lag om beter toezicht te kunnen houden op de tol in de Waal, lieten de heren Van Leyenburg binnendijks, tussen Frissestein en Wayenstein kasteel Drakenburg bouwen. In de volksmond werd dit kasteel de ‘Blauwe Toren’ genoemd. De heren Van Leyenburg bezaten al een kasteel en heerlijkheid tussen Herwijnen, Vuren, Arkel en Heukelum.

 
De Blauwe Toren
De Blauwe Toren
Daarbij konden de heren van Herwijnen uiteraard niet achterblijven. Zij gaven daarom opdracht om enkele honderden meters naast Frissestein binnendijks nog een kasteel te bouwen. Ze noemden dit kasteel de ‘Engelenburg’. Dit kasteel kenmerkte zich door de karakteristieke trapgevels. Het verhaal wil, dat bij de sloop van Drakenburg in 1825 nog resten van het pantser en vizier zijn gevonden van Otto van Wayenstein die door manschappen van de Engelenburg op een vreselijke wijze om het leven werd gebracht, nadat hij de Vrouwe van de Engelenburg had overweldigd.

Kasteel Engelenburg
Kasteel Engelenburg

De heren uit de familie Van Haeften bleven tot 1558 Heer van Wayenstein, dat toen in handen kwam van de erfgenamen van Maarten van Rossem. De laatste mannelijke eigenaar uit het geslacht Van Haeften van Kasteel Frissestein was Walraven (1568-1608). In tegenstelling tot veel familieleden was Walraven in de Tachtigjarige Oorlog op de hand van de Spanjaarden. Na zijn dood gingen zijn bezittingen over naar zijn zus Theodora (1560-1625), die daardoor zeer vermogend werd en een interessante huwelijkspartij. Zij was in 1593 in het huwelijk getreden met Floris van Brederode (1549-1599). Daardoor kwam Frissestein in handen van de familie van Brederode, evenals vele andere eigendommen van Walraven van Haeften.
Rijke Amsterdamse kooplui vonden niet alleen langs de Vecht hun buitenhuizen, maar ook in Herwijnen. Jacob Bicker (1588-1647), bewindhebber van de VOC, werd in 1643 eigenaar van Kasteel de Engelenburg. Leden van de familie Bicker verwierven later ook Kasteel Wayenburg. Op het einde van de 15e eeuw had de familie Van Herwijnen kasteel Drakenburg in handen gekregen. Zij bleven eigenaar tot het begin van de 16e eeuw, toen Reinier van Bern, die gehuwd was met Merel van Rossum, het kasteel verwierf.


De vier kastelen in Herwijnen
De vier kastelen in Herwijnen
De Fransen verwoestten in het Rampjaar 1672 drie van de vier Herwijnense kastelen. Alleen Wayenstein konden de Fransen geen grote schade toebrengen, sterker nog bij de slag om het kasteel sneuvelden veel Fransen. Van Frissestein, Drakenburg en de Engelenburg bleef slechts een gedeelte overeind. De kosten voor volledig herstel waren niet op te brengen voor de latere eigenaren. Frissestein werd in het begin van de 19e eeuw gesloopt. In 1817 volgde de Engelenburg. Drakenburg kwam in 1825 in aanraking met de slopershamer.
Wayenstein werd in 1860 gedeeltelijk afgebroken, alleen de toren bleef staan als kenmerkend punt in het landschap. De toren werd zelfs in 1909 met overheidssubsidie gerestaureerd. Het mocht niet baten, de toren raakte weer in verval en verdween in de Tweede Wereldoorlog helemaal.



Straatnaam
Straatnaam

Wat is er nog over van de vier kastelen in Herwijnen? Niet veel meer. Een straatnaam herinnert nog aan Wayenstein of Wadenstein. De plekken waar de Engelenburg, Frissestein en Wayenstein hebben gestaan zijn in het landschap nog duidelijk te herkennen en zijn zelfs Rijksmonumenten. Een verhoging in de landerijen moet de herinnering aan Drakenburg levend houden. Er zijn zo’n 10 jaar geleden plannen ontwikkeld door particulieren en de Gemeente Lingewaal om van de restanten van Frissestein en de Engelenburg een soort landschapspark te maken. Bij mijn weten is het, helaas, bij plannen gebleven.

Tiel, 3 mei 2018

2 opmerkingen:

  1. Hi Paul,



    Bij jouw blog 281 heb ik een kleine kanttekening. Naar mijn inziens wordt in jouw betreffende artikel ten onrechte ervan uitgegaan dat Elisabeth een bastaarddochter van Albrecht van Beieren was. Ik heb echter meerdere aktes gevonden waarin vermeld staat dat zij een dochter was van graaf Willem V van Beieren bij Catharina Gerrits Busendr. Willem V stond bekend als de "Dolle" graaf, hij leed aan geestesziekten. Zijn broer Albrecht nam het roer over en aan zijn hof is de dochter van Willem V opgegroeid. Als bastaarddochter is zij uitgehuwelijkt aan Bruinsten van Herwijnen, een onbeduidende edelman die het klaarblijkelijk ver geschopt had aan het hof van Albrecht. Elisabeth werd aan het hof behandeld alsof zij een dochter zou zijn geweest van Albrecht. In menig artikelen op internet tref ik deze fout aan zonder dat deze gefundeerd is met bewijsmateriaal. Ik heb echter meerdere aktes aangetroffen waarin vermeld wordt dat Elisabeth de dochter van Willem V zou zijn geweest. Alle afkomstig uit "Het oorkondenboek van Amsterdam tot 1400: supplement door B.L de Melker".

    Zie voorts ook een artikel over slot Loevestein om de webpagina van Kasteleningelderland.nl


    Met vriendelijke groet,

    Rosemarie van Uden

    BeantwoordenVerwijderen
  2. Beste Rosemarie van Uden,
    Jouw reactie spreekt voor zichzelf. Dank daarvoor.
    Paul Welling

    BeantwoordenVerwijderen