Geerestein
Drumpt is tegenwoordig een wijk
van de Betuwse stad Tiel, waar ik woon. In mijn jonge jaren was Drumpt nog een
dorp even buiten Tiel. Een studiegenoot woonde daar. En net als alle andere dorpen
in de Betuwe had ook Drumpt zijn eigen kasteel. Het “Huys toe Droemt”, beter bekend
als “Huis Geerestein” was het Drumptse kasteel, dat in 1332 in bezit was van
knaap Henrick van Balveren. Hij droeg Geerestein op aan Graaf Reinoud II van
Gelre tot een open huis. Toen behoorde bij Geerestein vier morgen landerijen.
De naam Geerestein is een samenstelling van “geer” en “stein’, een stenen huis,
dat gelegen is op een stuk land dat schuin, “gerend” is. Rond 1400 is de
familie Van Avezaeth de eigenaar van Geerestein. In 1444 komt het huis in bezit
van Jan van (de) Steenhuyse. Het goed Geerestein was toen aanmerkelijk groter
dan in 1332, want het huis werd omringd door een hofstad (boerderij) met 5
morgen land en verderop lag nog eens acht morgen land met de naam Gallencamp.
Geerestein bleef tot begin 1600 eigendom van de familie Van (de) Steenhuys.
Geerestein op
kaartje uit 1809, foto RAR
|
In vroeger tijden lag Geerestein
op de kruising van de huidige Burgemeester Meslaan en de Lingedijk, zoals
aangegeven op het getekende kaartje, naar de verpondingskaart (belasting) van
1809. De straat Gerestein in de huidige Tielse wijk Drumpt, herinnert aan nog
het Huis Geerestein. Het bovenstaande kaartje geeft aan, dat Geerestein
omgracht was. Wanneer de kadastrale kaart uit 1824 werkelijk het middeleeuwse
huis nog weergaf, dan is Geerestein een zaaltoren geweest.
De laatst bekende eigenaar van
middeleeuwse Huis Geerestein was ene Gijsbert van de Poll, die vrijwel zeker
een andere persoon was dan de Gijsbert van de Poll die op 11 april 1640
overleed en in de kerk van Zoelen werd begraven. De eerstgenoemde Gijsbert moet
een zoon of kleinzoon geweest zijn van de andere Gijsbert. Van de Poll was Heer
van Geerestein. Na Van de Poll viel Geerestein ten prooi aan de vlammen.
Pas in 1840 werd aan de andere
zijde van de huidige Burgemeester
Meslaan ter hoogte van nr. 121 het nieuwe Geerestein gebouwd, terwijl
later over de middeleeuwse kasteelplaats een woonwijk werd gebouwd.
Nieuw Geerestein
|
Van der Poll had Geerestein
overgenomen van Arnt van Haeften en Anna Maria van (de) Steenhuys, die
Geerestein van haar vader Rutger had geërfd. Zij was nog onmondig, toen zij met
Geerestein werd beleend. Arnt van Haeften en Anna Marie van (de) Steenhuys traden
vermoedelijk in 1618 met elkaar in het huwelijk. Arnt noemde zich daarna “Arnt
van Haeften tot Geerestein en Drumpt”. In 1649 werd Arnt door zijn vrouw
getocht (kreeg het vruchtgebruik) met Geerestein.
Geheel in overeenstemming met de
gewoonte binnen de familie Van Haeften is ook Arnt betrokken geweest bij
verschillende grondtransacties. In 1650 verkochten Arnt en Anna Maria 7,5
morgen onder Geldermalsen, waarvan de langstlevende het vruchtgebruik had. In
1654 verkocht Arnt, met goedvinden van zijn vrouw, twee percelen land van vier
morgen in Drumpt aan Gerard Bouwens, de ontvanger van Tiel. In 1656 stelde
Arndt Vijgh († 1666), Heer van
Zoelen en ambtman en richter van Nederbetuwe, enige percelen grond in Zoelen,
krachtens verwin, in het bezit van Hubert Cornelisz, die toebehoorden aan de
erfgenamen van jonker Arnt van Haeften. Arnt was dus in 1656 al overleden.
In 1652 werd een verzoek van Arnt
om toegelaten te worden tot de Ridderschap van Nijmegen afgewezen. In november
van 1653 moest de Ridderschap zich nog beraden over een nieuw verzoek van Arnt,
maar een kleine maand later werd hij toch toegelaten, omdat gebleken was, dat
zijn vader eerder al was verschreven (had deelgenomen aan de vergadering).
Het probleem met Arnt en zijn
familie is, dat we over zeer weinig harde genealogische data over hen beschikken.
Dat maakt het bijzonder moeilijk de verschillende gebeurtenissen in hun levens
in de juiste tijdsvolgorde te zetten. Van Arnt weten we alleen, dat hij vermoedelijk
in 1618 in het huwelijk trad met Anna Maria van (de) Steenhuys en dat hij voor
25 maart 1656 moet zijn overleden. We weten wie zijn vader en moeder waren, nl.
Nicolaes van Haeften en Anna Dorothea van Heinsberg, maar ook van hen zijn geen
verdere gegevens bekend. Van Anna Maria van (de) Steenhuys weten we alleen, dat
na het overlijden van haar man Geerestein en de Gallencamp overgingen op haar
kinderen, dat Herman Schevinkhaven haar zaakwaarnemers was, dat ze is overleden
en dat haar vader Rutger heette. Na het overlijden van Anna Maria, dat moet dus
voor 1656 hebben plaatsgevonden, hertrouwde
Arnt in Drumpt met Anna de Cock van Delwijnen, de dochter van Johan de Cock van
Delwijnen en Catharina de Canter. Ook van de familie van Johan de Cock van
Delwijnen is nauwelijks iets bekend.
Het toegangshek van
Geerestein
|
Naar verluidt kregen Arnt en Anna
Maria twee kinderen, dochter Everken en zoon Johan, die in 1670 trouwde met
Sibilla Suermondt. Van hem is verder eigenlijk ook niets bekend.
Dochter Everken trouwde in 1630
met Gerard van Haeften, die in 1608 geboren werd op Kasteel
Verwolde als zoon van Allard van Haeften van Haeften en Anna Dorothea van
Eck. Gemakshalve wordt deze Gerard vaak Gerard I genoemd om hem te
onderscheiden van zijn zoon, Gerard II. Everken en Gerard waren in de 15e
graad met elkaar verwant, er was dus nauwelijks meer sprake van een familieband.
Everken komt in verschillende
stambomen op Internet en in diverse publicatie voor als “Everken van Haeften
tot den Esch”. Veel auteurs veronderstellen, dat “tot den Esch” duidde op huis “Den
Esch” bij Rhenoij. Dat komt mij als onwaarschijnlijk voor. In 1624 tochtten Everken
en Gerard elkaar. Ze kwamen toen tegenover de ambtman van Nederbetuwe, en met
instemming van het Erfelijk Gerecht in Zutphen, overeen, dat de langstlevende
het vruchtgebruik zou krijgen over hun huidige en toekomstige goederen in Dodewaard
en in de kerspel Hien, zoals terug te vinden is in het Oud Rechtelijk Archief
van Nederbetuwe in het Regionaal Archief Rivierenland in Tiel. Hieruit valt af
te leiden, dat Everken – zij het voor korte tijd - eigenaresse geweest moet
zijn van het huis “Den
Esch” in Hien. In ieder geval verwijst “tot den Esch” niet naar Rhenoij of
Tuil, waar ook een huis “Den Esch” was, maar naar Hien.
Uit het huwelijk van Gerard en
Everken is met de geboorte van hun zoon Gerard rond 1630 de Duitse tak van de
familie Van Haeften voortgekomen, Everken en Gerard kunnen gezien worden als de
stamouders. Gerard was kapitein van het garnizoen in Moers van het Staatse
(Nederlandse) leger. Na het overlijden van Everken hertrouwde Gerard met Judith
Elisabeth van Baerl, waardoor hij beleend werd met Baerl in het Vorstendom
Moers, vlakbij Krefeld in Duitsland. Bij Judith Elisabeth verwekte Gerard nog
vier kinderen. Gerard overleed in Orson, bij Moers, op 27 november 1658, hij
was toen 50 jaar oud. Judith Elisabeth van Baerl stierf in 1848, eveneens in
Orson.
Tiel, 13 oktober 2018
Geen opmerkingen:
Een reactie posten