Chocolade
Uit mijn eerdere verhalen over de
familie Swaab zou de indruk kunnen ontstaan, dat die familie alleen maar
bestond uit artiesten en artsen. Niets is minder waar. Net als in alle andere
families kwamen in de familie Swaab ook allerlei andere beroepen voor, al
vormen de Swaab’en die in de handel van allerhande goederen werkten misschien
wel de hoofdmoot. Zo’n handelaar was Hijman Swaab van 31 maart 1867. Hijman was
de jongste van de acht kinderen Zacharias Samuel Swaab (1826-1912), kruier in de Amsterdamse haven, en Flora
Joseph de Beer (1826-1911).
Terzijde merk ik nog een keer op,
dat het in de generatie van de ouders van Hijman nog gebruikelijk was, dat de
twee naam van iemand de naam van zijn of haar vader was (patroniem), zoals gebruikelijk
in de Joodse genealogie.
Hijman Swaab, (foto: Joodsmonument) |
Over de jeugd van Hijman is mij
niets bekend, geen enkele bron rept daarover. Het eerste, dat over hem weer
bekend is. Is dat hij in Amsterdam op 25 september 1892, hij was toen 25 jaar
oud, voor de wet trouwde met de 26-jarige Veronica Cohen. Veronica, die op 7
april 1866 in Amsterdam geboren werd, was een dochter van Mozes Cohen (geb.
1837) en Aaltje Sluis (geb. 1834). Voordat Veronica met Hijman Swaab trouwde,
was ze eerder (in 1886) getrouwd geweest met Levie de Beer (geb. 30 mei 1867).
Levie was overigens geen familie van de hierboven genoemde Flora Joseph de
Beer. Hij was de zoon van Abraham de Beer en Betje Aandagt en van beroep
koopman. Hij overleed op 24-jarige leeftijd in Amsterdam op 5 juni 1891. Uit
het huwelijk van Veronica met Levie is een zoon voortgekomen: Abraham die op 16
januari 1888 ter wereld kwam. Aangenomen moet worden, dat hij na de dood van
zijn vader opgenomen is in het gezin van zijn moeder en Hijman Swaab. Abraham,
van wie verder niets bekend is, werd vergast in Auschwitz in het najaar van
1942.
Bij het huwelijk van Hijman en
Veronica traden twee broers van Hijman, Samuel (1851-1938) en Barend
(1862-1926), de broer van Veronica, Hijman Cohen (1862-1942) en de 70-jarige Mozes
Schaap op als getuigen. De drie genoemde broers verdienden allen als koopman de
kost. Bij het afsluiten van het huwelijk hebben de vader van Hijman en de
moeder van Veronica verklaard niet te kunnen schrijven. Zij hebben de
huwelijksakte dan ook niet ondertekend.
Veronica Cohen,
(foto: Joodsmonument)
|
Het eerste adres, dat bekend is
van Hijman en Veronica is Korte Houtstraat nr. 7 in Amsterdam. In de jaren voor
1924 stonden zij ’s maandags met allerhande chocolade op de markt in de
Westerstraat. Vanaf 1924 kregen ze een vergunning van het Amsterdamse Dienst Marktwezen
om samen elke dag met hun heerlijkheden op de markt op het Waterlooplein te
staan.
Marktvergunning van
Hijman Swaab, (foto: Joodsmonument)
|
Uit het huwelijk van Hijman en
Veronica kwamen zes kinderen voort. Oudste dochter Flora werd 15 september 1893
geboren. Zij trouwde op 26 februari 1913 met leeftijdgenoot Philip Vischjager. Het paar kreeg vijf kinderen. Twee van hen
overleden op jonge leeftijd, twee andere kinderen kwamen om in de
concentratiekampen. Slechts een kind, zoon Hijman die ook wel Harry werd
genoemd, overleefde de Tweede Wereldoorlog. Hij overleed in Amstelveen in 2005.
Flora en Philip stierven in de gaskamers van Auschwitz.
Na Flora werd Aaltje op17
februari 1895 geboren. Zij trouwde met Marcus Bartels op 19 juni 1918. Een jaar
later werd hun dochter Johanna geboren. Het hele gezin werd met het 17e
transport vanuit Westerbork naar Sobibor afgevoerd.
De oudste zoon van Hijman en
Veronica werd bij zijn geboorte op 31 juli 1896 traditiegetrouwd vernoemd naar
zijn grootvader van vaderszijde, Zacharias dus. Zacharias trad in 1920 in het
huwelijk met Betje Koopman. In een registratie van Joodse winkels door de Amsterdamse
politie in 1940 is Zacharias op genomen als kruidenier in de Korte Houtstraat
nr. 11. Hij stond ook geregistreerd als koopman. Zacharias en Betje kregen twee
kinderen: zoon Emanuel die de oorlog overleefde, in 1948 overleed en ter aarde werd
besteld in Diemen op de begraafplaats van de Amsterdamse Hoogduits-Joodse
gemeente, en dochter Veronica, die
evenals haar ouders omkwam in Sobibor.
Zacharias Swaab,
(foto: Joodsmonument)
|
Hoewel de volgende dochter van
Hijman en Veronica, Mietje genaamd, slechts 21 jaar oud was, toen ze op 27 november
1919 overleed, was zij toen toch al twee jaar getrouwd met Abraham van Beem, er
was zelfs al een kind, zoon Benjamin, die op 17 april 1918 het levenslicht aanschouwde.
Na de dood van Mietje vertrokken Abraham en Benjamin naar Antwerpen. Van hen is
mij verder niets bekend.
Het vijfde kind van Hijman en
Veronica was dochter Grietje van 3 oktober 1900. Zij werd slechts drie maanden
oud. Na Grietje kwam op 15 augustus 1904 dochter Rosette ter wereld. Zij huwde
Philip Waas in 1926. Rosette en Philip woonden na hun huwelijk enige tijd
in bij de ouders van Rosette in de
Vrolijkstraat in Amsterdam Oost. Rosette en Philip kregen drie kinderen, die
allen, net als hun moeder, werden vermoord in Auschwitz in 1942. Vader Philip
vond de dood ergens in Midden Europa (vermoedelijk in een buitenkamp van Auschwitz)
in 1944.
Vrolijkstraat 80,
Amsterdam, (foto: Anneke Moerenhout)
|
De jongste spruit van Hijman Swaab
en Veronica Cohen was dochter Judith, die op 18 oktober 1907 geboren werd. Al
na dertien dagen verloor zij het leven weer.
Hijman en Veronica stonden in
1941 geregistreerd als woonachtig in de Vrolijkstraat op nummer 80 huis. Voor
dat huis ligt tegenwoordig een struikelsteen
ter herinnering aan Jakobus Joseph Walvisch, die op hetzelfde nummer op een hoog woonde en die zijn handel in kolen en olie en de verhuur van bakfietsen had op het
adres Vrolijkstraat 76-78.
Net als bijna al hun nog levende
kinderen en kleinkinderen overleefden Hijman en Veronica de Tweede Wereldoorlog
niet. Zij werden met het allereerste transport van 2 maart 1943 vanuit
Westerbork, met nog 1103 andere lotgenoten, afgevoerd naar Sobibor.
Tiel, 30 oktober 2018
Geen opmerkingen:
Een reactie posten