Familiefoto's

Familiefoto's
Familiefoto's

maandag 13 maart 2017

Genealogisch blog 166



De verovering van Bommel (1)

Zaltbommel wordt door de bewoners nog vaak Bommel genoemd, de oorspronkelijke naam. De oudste vorm van de naam van de stad was Bomelo (in 850), een samenvoeging van boom en lo. De naam verwijst naar een openplek op een beboste oeverwal langs de Waal. Op die openplek ontstond een nederzetting. In 1297 kreeg de nederzetting vaak het voorvoegsel Salt of Saut ter onderscheiding van het andere Bommel, t.w. Maasbommel. De toevoeging Salt of Saut sloeg op de handel in zout, die hier destijds belangrijk was. Het zout werd veelal per schip aangevoerd en in de stad verhandeld. Bommel kreeg in 1315 van graaf Reinald I van Gelre stadsrechten en groeide uit tot een belangrijke handelsstad, die lid was van de Hanze. Er werden vestingwerken aangelegd. Door zijn gunstige ligging aan de Waal met een noord-zuid-verbinding groeide Bommel uit tot een begerenswaardige stad voor tal van krijgsheren.

Zaltbommel in 1649
Zaltbommel in 1649

In 1505 vielen Bommel en de wijde omgeving tijdens de Gelderse Oorlogen (1503-1543) in handen van de Bourgondische Philips de Schone (1478-1506). Hertog Karel van Gelre (1467-1538), die een jaar eerder het hoofd had moeten buigen voor Philips, keerde naar Gelre terug, toen Philips naar Spanje vertrokken was. Karel veroverde in de jaren daarna Gelre stukje voor stukje terug. In 1511 viel Bommel, door een enorme krijgslist van Dirck van Haeften (ca. 1470-1539), weer in handen van Hertog Karel van Gelre.
Wie was deze Dirck van Haeften en wat hield zijn enorme krijgslist in?
Dirck werd rond 1470 in Herwijnen op Kasteel Wadestein geboren als vijfde van de zes kinderen van Alard van Haeften (1440-1494) en Aleyt van Weerdenburch (ca. 1445-<1509). Via zijn grootmoeder Jutta Pieck, die overleed in 1509, kwam Dirck in het bezit van de heerlijkheid Gameren en de windmolens aldaar en Nieuwaal, waarmee hij in 1494 werd beleend. Hij was vanaf dat moment Heer van Gameren.
In 1497 koos Dirck de zijde van Philips de Schone in diens conflict met Hertog Karel van Gelre; maar later keerde hij op zijn schreden terug, toen Hertog Karel hem zekerheid van lijf en goed beloofde tijdens de oorlog tegen Philips de Schone. In 1504 trad Dirck in het huwelijk met Agnes van Broeckhuijsen, de weduwe zonder kinderen van Johan van Voorst en Keppel, die door een bediende was vermoord in 1500. Door zijn huwelijk kwam Dirck in het bezit van het goed Calbeeck in Rijnland Westfalen. Dirck en Agnes kregen zes kinderen, onder wie Alard, die in 1530 de heerlijkheid Gameren van zijn vader erfde en die trouwde met Cunegonde van Keppel

Hertog Karel van Gelre
Hertog Karel van Gelre

In 1511 voer Dirck, vermomd als koopman, de haven van Bommel binnen met een schip beladen met rijshout. Bij de waterpoort werd hem gevraagd wat zijn lading was. Toen hij naar waarheid “rijzen” antwoordde, kwamen onder het rijshout krijgslieden te voorschijn, die de wacht overmeesterden en Bommel veroverden op de Bourgondiërs tot grote vreugde van de plaatselijke bevolking. De weinige Bourgondische soldaten, die in Bommel gelegerd waren, vluchtten uit de stad. Uit sommige bronnen valt op te maken, dat dit kon plaats vinden vanwege

“quave toesien van den capiteyn aldair, bij naem Willem die Joode, die een Geldersman was”.
Over de dag waarop Dirck met zijn list Bommel veroverde voor Hertog Karel van Gelre zijn de bronnen het niet eens. Sommige bronnen vermeldden, dat Dirck de Bourgondiërs op 27 of 28 mei te slim af was, andere bronnen noemden als datum 28 juni, de avond voor Hemelvaartsdag. Deze laatste datum lijkt waarschijnlijk, daar Pasen in 1511 op 20 april viel.

Dirck van Haeften
Dirck van Haeften herovert Bommel in 1511, (gravure door Philppus Velijn)

Hertog Karel van Gelre heeft Dirck van Haeften goed beloond voor de verovering van Bommel. Hij kreeg voor weinig geld de uiterwaarden en de visserij tussen Gameren en Nieuwaal in handen. Hij ontving ook een jaarrente van vijf gouden Fransche schilden (voorloper van de gulden). Niet uit te sluiten is, dat de hertog Dirck ook nog beloonde met het ambtmanschap van Bommel en de Bommeler- en Tielerwaard. In ieder geval heeft Dirck na zijn heldendaad zijn eigen belangen en die van de hertog in de Bommelerwaard naar behoren behartigd.

A.C.W. Staring
A.C.W. Staring

De romantische dichter A.C.W. Staring (1767-1840) heeft een episch gedicht geschreven over de verovering van Bommel door Dirck van Haeften. Zijn inname van de stad heeft niet alleen tot de verbeelding van Staring gesproken. Ook anderen bejubelden de krijgsdaad van Dirck.

Het Schip van Bommel 1511

Heft dolle Tuimelzucht de Muitvaan op -
Ontvlamd, voor 't geen zij morgen weer verschopp' -
Zoo grijpt het zwaard, gij Goden onder God:
Bedwingt met strengen arm het smaadlijk Rot!
 
Maar! gordt een Heldenschaar zich ààn, ten pleit
Om wettig erf, te wrevel haar ontzeid,
Dan vlei geen iedel trots den Dwingeland;
Het Zwaard des Regts blinkt vruchtloos in zijn hand!
 
Hij, die zijn boezems inspraak schuldloos kent -
Die t' oog naar grooter goed dan 't leven wendt -
Die tart dat zwaard - voor hem geen Regtzwaard meer!
En vat gelaten 't zijn, ter tegenweer.
 
Getuigt het vijftig jaar van onheilsnacht,
Toen Gelder, kampend met Bourgonjes Magt,
Vertrapt lag, wijl 't aan Eigen Heldenbloed
Het trouwe hart schonk, bij den Vorstenhoed!
 
O achtbaar Hoofd van Heusden! terging was 't -
Geen afschrik! dat ge, aan 't steile schandhout vast,
Van Bommels Slotmuur neerzaagt in die stad,
Die in uw wijsheid eens haar stuen bezat.
                         ---------
        'Wraak!' roept van de Burgmuurtinnen
           Heusdens bleeke mond.
        Wraak die Bommels Poortren zweren,
           Met al 't land in 't rond.
 
       ‘Zou 't Bourgonjesch Kruis nog pronken,
           Naast dat eerlijk Hoofd!
        Zou 't nog zwieren van die wallen,
           Aan hun Heer ontroofd?
 
        Neen! Voor 't uitheemsch Wachtwoord, dreune
           Karels Veldgeschreeuw!
        Voor dat Kruis, met schand beladen,
           Wappre Gelders Leeuw!'
 
        Haeften dacht het - Haeften zwoer het -
           Maar in 't innig hart!
        't Kalm gelaat geeft niets te lezen,
           Wat een vijand sart.
 
        Groet zijn Blik een Medestander -
           Haeftens Woord is koel.
        Onuitvorschlijk zijn zijn gangen,
           Ten verborgen doel.
 
        Luttel Volks (genoeg ter zege! -
           Helden, één van ziel!)
        Koos hij uit zijn Dorpelingen -
           Bood hem 't strijdbaar Tiel.
 
        Naar een schip, aan Waalstrooms oever,
           Slopen paar bij paar.
        Rijshout werd omhoog geladen -
           Onder zat de schaar.
 
        Haeften, in een pij gedoken,
           Sloeg de hand aan 't roer;
        Lustig fluitend, lugtig zingend;
           Of hij spelevoer.
 
        Over Echtelds Burgtin zuisde
           't Oosten langs het vlak.
        Vòòr hem blaauwde, op lager zoomen
           Balvrens gastvrij dak.
 
        Die stroomaf wedijvrig volgen,
           Biedt hij gullen kout,
        Tot hij, lijwaarts, tusschen de olmen,
           Rossems Vest aanschouwt.
 
        Die hem worstlend tegenloeven,
           Roept hij kortswijl toe;
        Tot hij landt aan Bommels muren -
           Pij en helmstok moe.
 
        'Holla! hei! 't Klinket ontsloten!
           'k Breng bestelde vracht.'
        End de Steeman is verschenen,
           Waar de Schipper wacht.
 
        ''Vriend, wat brengt gij?'' 'Rijs!' roept Haeften.
           Plotslijk rijst zijn Vracht!
        Hek- en Poortslot geeft de Vragen
           Siddrend in hun magt:
 
        Voor de sleutels - die vanbuiten
           Zorgden achter hem, -
        Voor de sleutels koopt hij 't leven; -
           En ontsnapt den klem!
 
        Vrij is Bommel, dat de handen
           Aan zijn Redders biedt;
        Daar 't, met hen, den Burg omsingelt,
           Die de stad bespied!
 
        Vruchtloos dreigt het roer van boven,
           Op hun schaar gerigt:
        Zaag en aks begint te sloopen,
           Waar de Veldbrug ligt.
 
        't Geldt den afweg, die ten zuiden,
           Helpren ingang schonk;
        Of den Burgtling uit zou' laten,
           Als hem 't hart ontzonk.
 
        Hoort het rustloos ijzer klinken!
           Juichtoon, wijd en zijd
        Op 't gedaver aangeheven,
           tot Bourgonjes spijt!
 
        Hoort het bruggebindte kraken!
           Ziet het neergerukt!
        Hulp en vlugt werd afgesneden;
           En de Vijand bukt!
 
        Maar, de Feestklok moog het galmen,
           Langs de ontboeide Waal,
        Haeften treedt den slotmuur binnen,
           Zonder wapenpraal.
 
        Om hem trotst geen pluimgewemel;
           Spreidt het staal geen gloed:
        Needrige Eenvoud gaf haar sluijer
           Aan zijn kleinen stoet;
 
        Priesters zijn 't! Uw Hoofd, o Heusden,
           Daalt van 't smaadhout af!
        Zwijgend wacht van ver 't Geleide;
           Gaat de togt naar 't Graf.
 
        Gelders Vaan voorop! Bourgonjes
           Komt, gesleept in 't stof,
        Waar het Koor, dat Nassau wijdde,
           Dreunt van 's Heeren lof.
 
        Onder Karels Leeuwbaniere -
           Voor het Hoogaltaar,
        Ligt nu op fluweel de schedel
           Van den Martelaar.
 
        'Dat hem rust na 't strijden loone,'
           Smeekt der zangren stem:
        Diepe weemoed paart zijn snikken
           Aan het requiem.
 
In de Bommelse Almanak van 1775 werd de slimmigheid van Dirck van Haeften eveneens vermeld.

Dirck van Haeften
Bommelse Almanak 1775

Er is ook een strijdlied dat herinnert aan de listige verovering van Zaltbommel door Dirck van Haeften. Mij is niet bekend door wie en wanneer het geschreven is.

Strijdlied

Dirk van Haeften, trek ten strijde,
Voer ons dapp’re leger aan.
Laat ons nu niet langer lijden, ga de vijand nu verslaan.

Juich voor de vrijheid van Zaltbommel,
stad in ons Gelderland,
mispelbloem in Rivierenland.

Breng soldaten naar de boten,
Volgelaai met wilgenhout.
Ga de poort door, onverdroten,
“rijzen” voor ons lijfsbehoud.

Juich voor de vrijheid van Zaltbommel,
stad in ons Gelderland,
mispelbloem in Rivierenland.

Zó de stad gaan bevrijden.
Wat een list, zo onvervaard!
Bommel kan zich straks verblijden,
Strijders komt te vuur te zwaard.

Juich voor de vrijheid van Zaltbommel,
stad in ons Gelderland,
mispelbloem in Rivierenland.

Naar verluidt raakte Dirck in weer in onmin met Hertog Karel, waardoor hij de heerlijkheid Gameren weer kwijtraakte. In 1534, echter, verzoenden beide heren zich weer met elkaar, waardoor  Dirck hersteld werd in het bezit van Gameren. Dirck overleed in 1539 en werd in Zaltbommel begraven. Zijn vrouw Agnes stierf ongeveer een jaar later.
 
 
Tiel, 13-03-2017

 

Geen opmerkingen:

Een reactie posten