Dichtgemetseld
Wanneer
je van het voorplein naar de ingang van Kasteel Ophemert loopt, kunnen de dichtgemetselde
plekken in de frontmuur je niet ontgaan. Terwijl ik bezig was met de research
voor mijn boek “Kasteel Ophemert, heerlijkheid in de Betuwe” heb ik mij lange
tijd afgevraagd wat die dichtgemetselde openingen geweest zouden kunnen zijn. Waren
het ramen, die om fiscale redenen dichtgemetseld waren? Maar waarom zitten er
nog steeds zo weinig ramen in de frontgevel?
Het antwoord op mijn vragen werd
gegeven, toen ik de bouwkundige geschiedenis bestudeerde van het kasteel, zoals
beschreven door K.T. Meindersma. Tijdens de grote restauratie van het kasteel
in de jaren 1954-1957 had Meindersma, als opzichter van de toenmalige Rijksdienst
voor de Monumentenzorg, de leiding over de werkzaamheden.
Frontgevel (links)
van Kasteel Ophemert
|
Tijdens
de Tachtigjarige Oorlog en in het Rampjaar 1672 heeft het kasteel veel te
lijden gehad van oorlogshandelingen. In beide gevallen waren veel
herstelwerkzaamheden nodig. Pas later kreeg de verfraaiing van het kasteel en
zijn omgeving de overhand.
In
1633 nam Johan van Haeften (1569-1653) de eerste restauratie ter hand. Vóór de
frontgevel van de toenmalige woontoren werden twee nieuwe vleugels geplaatst.
Door deze vleugels kreeg het kasteel een U-vormige plattegrond met een
binnenplaats. Aan de open zijde sloot een hekwerk de binnenplaats af. Onder de rechter
aangebouwde vleugel was een kelder aangebracht, onder de linker niet, zoals
bleek bij opgravingen tijdens de restauratie van 1954-1957. Bovendien was de
rechtervleugel lager dan de linker. Dat leidt tot de conclusie, dat Johan van
Haeften en zijn gezin meer behoefte hadden aan kamers
dan aan kelderruimte voor opslag.
Plattegrond 1633,
tekening K.T. Meindersma
|
Tijdens
het Rampjaar 1672 hebben de Franse troepen in de Betuwe behoorlijk huisgehouden.
Ook Kasteel Ophemert ontkwam niet aan hun vernielzucht, waardoor met name de
voorvleugels zwaar werden beschadigd.
Reinier
van Haeften, kleinzoon van de eerdergenoemde Johan (1646-1733) en zijn vrouw
Adriana Maria de Cock van Delwijnen (1653-1709) besloten het zwaar beschadigde kasteel in 1676
grondig te restaureren en te vergroten. Allereerst lieten zij het eiland vergroten,
waarop het kasteel staat. Sindsdien wordt het kasteel tot aan de gracht omgeven
door een strook grond van ca. 4 meter. De voorvleugels uit 1633 verdwenen bij
deze restauratie. De fundamenten van deze voorgevels liggen heden ten dage nog wel
onder het voorplein. De aanzet van de voormalige rechtervleugel bleef om
onduidelijke redenen bestaan tot de restauratie van 1954-1957.
Kasteel Ophemert
anno 2010
|
Door
de restauratie van 1676 kreeg het kasteel de vorm, die we thans kennen. Het
grote schilddak met de drie karakteristieke schoorstenen is toen gebouwd, zo
blijkt uit bouwsporen. In de huidige frontzijde van het kasteel komt aan de
noord- en zuidzijde onregelmatig donkerkleurig metselwerk voor. Dit “oude
metselwerk” met zandstenen blokken dateerde niet van een uitbreiding uit ca.
1460, maar van de restauratie van 1676. Het qua kleur afwijkende metselwerk van
baksteen is gekomen op de plaats waar in 1633 de verbindingen naar de nieuwe vleugels vóór de frontgevel waren
geplaatst. Aan de linker buitenmuur vond een uitbreiding plaats, de huidige
Salon. Daardoor kreeg het kasteel de vorm, die het momenteel heeft. De meeste
vensters werden vergroot, ook een reden waarom in de buitengevels verschillende
soorten baksteen voorkomen.
Het trappenhuis |
Op
de plaats van de oude ingang en het oude trapportaal werd in 1676 een nieuw,
groter en representatiever trappenhuis gebouwd. De toegang tot het trappenhuis
vanuit de kelderverdieping en de woonverdieping was met deuren afsluitbaar. Dit
trappenhuis, zoals dat nu nog is, heeft
een rechthoekige plattegrond en wordt bekroond door een fronton. Het dak is een
zadeldak. Er kwamen twee toegangsdeuren, die na 1954 werden samengevoegd. In
het trappenhuis zijn nog restanten te zien van de ingangspartij uit 1433.
Om
het kasteel een versterkte indruk te geven lieten Reinier en Adriana Maria op
de hoeken van het voorplein achthoekige torentjes bouwen, waarvan de daken met
leien bedekt zijn. Tegenover het kasteel werd de voorloper van het huidige
bouwhuis opgetrokken.
Door
het afbreken van de linkervleugel van het U-vormige gebouw uit 1633, moesten op
de woonverdieping een raam en twee doorgangen naar die vleugel dichtgemetseld
worden. Ook op de slaapverdieping werd een doorgang dichtgemaakt.
Begroeide
linkerzijde voorgevel, (foto Rijks Dienst Cultureel Erfgoed)
|
Om
de dicht gemetselde doorgangen en ramen aan het zicht te onttrekken is later
klimop tegen de voorgevel gepland, die na enige tijd het hele linker deel van
de voorgevel tot aan de dakgoot bedekte. Tussen 1946 en 1954 is het bovenste
deel van de begroeiing verwijderd.
Bij
de restauratie in 1676 werd het huidige plein tussen kasteel en bouwhuis
aangelegd. Het kasteel was toen bereikbaar via een houten brug over de gracht. Die
is later vervangen door een stenen brug. Als bekroning van de restauratie en
vergroting van het kasteel werden in de gevel van het trappenhuis nissen
aangebracht voor de beelden, die er tegenwoordig nog staan.
Tiel,
29-11-2016
Meer weten?
Lees:
Paul Welling, Kasteel
Ophemert, Heerlijkheid in de Betuwe, Uitgeverij De Vorl, 2012, € 15,00 excl.
verzendkosten, te bestellen bij pawelling@upcmail.nl
Geen opmerkingen:
Een reactie posten