Marconist
Niet alleen in de familie Van
Haeften kwamen zeebonken voor als Anne
Bregittus van Haeften (1802-1874) en Adriaan
Constant van Haeften (1830-1884). Over beiden schreef ik al eens in dit
Genealogisch blog. Ook in de familie Welling kwam een zeeman-in-hart-en-nieren
voor: de Bussummer Anton Welling.
Anton, wiens volledige voornaam
Antonius Leonardus luidde, werd op 25 oktober 1915 in het ouderlijk huis in
Bussum aan de Raadhuisstraat op nr. 36 geboren als jongste van de zeven kinderen
van Johannes Wilhelmus Welling (1877-1961) en Euphemia Antonia Bus (1876-1943).
Hij werd marconist en deed voor de oorlog dienst op schepen van de tankervloot
van Shell. Zijn laatste werkplek was ms. Rotula.
De tanker Rotula werd gebouwd in
1935 in opdracht van Shell bij NDSM in Amsterdam. Het schip had een lengte van
146,61 m., het was 18,09 m. breed en had een diepgang van 8,34 m. In het schip
lag een 8 cilinder Dieselmotor met een vermogen van 3500 pk. De snelheid van
het schip bedroeg 12 knopen. Aan laadvermogen had de Rotula 7981 brt. De
tewaterlating vond plaats in Amsterdam op 2 februari 1935.
Tewaterlating van
ms. Rotula in Amsterdam op 02-02-1935
|
Tijdens de Tweede Wereldoorlog
deed de Rotula dienst als tanker om vliegtuigbenzine te vervoeren vanuit de USA
en Canada naar Engeland. Over de hieronder beschreven gebeurtenissen zijn de
twee beschikbare bronnen, t.w. het boek “Varen in oorlogstijd, de lotgevallen
van de Nederlandse Koopvaardij in de Tweede Wereldoorlog” van S.J. graaf van
Limburg Stirum, Amsterdam 1948 en de
site “Inleiding over de Shell-groep, periode 1890-1955” het niet helemaal
eens. Ik volg zoveel mogelijk het boek van Van Limburg Stirum, want die verkreeg
zijn gegevens van kapitein Gabriel Kris persoonlijk. Afwijkende gegevens uit de
andere bron plaats ik tussen haakjes.
Op 8 februari 1941 was de Rotula,
onder gezag van kapitein Kris en met aan boord Anton Welling als marconist,
geladen met zo’n 11.00 ton vliegtuigbenzine voor zijn laatste reis vanuit Halifax
vertrokken naar Groot Brittannië. De Rotula voer in konvooi met zes andere schepen.
De voor onderzeebootbestrijding omgebouwde trawler Leeds United begeleidde het
kleine konvooi. Toen het konvooi, op weg naar Swansea (Liverpool) op 1 maart
1941 in de Ierse Zee (St. George Kanaal) voer, werd het rond de middag aangevallen
door twee (enkele) Duitse bommenwerpers en jachtvliegtuigen. De Rotula was zelf
voorzien van twee ouderwetse machinegeweren als afweergeschut. Deze werden
bediend door 2e officier Jan Hendrik Timmerman en 3e
officier Jan Bleeker. De Duitsers bestookten de Rotula met mitrailleurvuur en
bommen. Genoemde officieren beantwoordden het Duitse vuur krachtdadig. De bemanning
in de stuurhut kon dekking zoeken tegen het mitrailleurvuur. Het achterschip,
echter, werd getroffen door bommen. Door de volgende explosies werden de
deksels van de achterste tanks weggeslagen waardoor benzine wegstroomde en het
achterschip in lichter laaie zette.
ms. Rotula op volle
zee
|
Omdat het schip nog een
behoorlijke vaart had, was het voor de bemanning niet mogelijk in de sloepen te
gaan. Van zes machinisten, die toch in een sloep waren geklommen, konden twee
niet meer tijdig uit de sloep komen. Op bevel van de kapitein werden de
machines gestopt, waardoor het schip weliswaar vaart minderde, maar ook de
brandende benzine over boord sloeg. De Rotula bevond zich nu midden op een
brandende zee. Bemanningsleden die vertwijfeld in het ijskoude water sprongen
werden de een na de ander een prooi van de vlammen op het zeewater.
Doordat de zee rond het schip
inbrand stond konden de andere schepen uit het konvooi geen hulp bieden.
Plotseling kreeg kapitein Kris, zelf met enkele bemanningsleden gevlucht naar
het voorschip, de ingeving de ankers in de 100 meter diepe zee neer te laten.
Vol spanning wachtte de kapitein af of de ankers vast zouden slaan. De ankers
hielden het, de Rotula minderde vaart, keerde de kop op de stroming en de
vlammenzee dreef naar achteren af.
De nog aanwezige bemanningsleden
waren gered. De Leeds United kwam langszij en haalde 32 bemanningsleden van de
Rotula. Zij werden veilig in Milfordhaven aan land gebracht. Bij de ramp met de
Rotula stierven de 1e (Robertus Antonie Blad), 2e en 5e
machinist en marconist Anton Welling alsmede 11 Chinese bemanningsleden een
vreselijke dood.
Een maand na de ramp meldde de sleepboot
Goliath, dat het achterschip van de Rotula weliswaar op de zeebodem rustte,
maar dat de boeg nog boven water zichtbaar was. Daarop kreeg de tot mijnenveger
omgebouwde trawler Armana de opdracht het wrak definitief te vernietigen.
Tot zover het verhaal over de
ramp met ms. Rotula. Maar daarmee is het verhaal over de Rotula en zijn
bemanning nog niet compleet. Van de Britse Regering ontving kapitein Kris de onderscheiding
“King’s
Commandation for Brave Conduct”. Op 26 februari 1943 werd 2e
stuurman Jan Hendrik Timmerman namens de Nederlandse Minister van Handel en
Nijverheid gefeliciteerd met zijn Engelse onderscheiding “Certificate of
Commendation”. Echt veel meer deed de Nederlandse Regering niet.
Felicitaties aan Jan
Hendrik Timmerman
|
Op het Forum
Kombuispraat beijveren vrienden en nabestaanden van de bemanningsleden van
de Rotula zich ervoor alle feiten rond de ramp met het schip boven tafel te
krijgen en de overlevenden die eer te doen toekomen die ze verdienen.
Dit verhaal is een monumentje
voor Anton Welling.
Tiel, 02-11-2016
Meer weten?
Lees:
S.J.
graaf van Limburg Stirum, Varen in oorlogstijd, de lotgevallen van de
Nederlanse Koopvaardij in de Tweede wereldoorlog, Uitgeverij v.h. D. de Boer
jr., Amsterdam, 1948
Jeetje, je gaat echt zo snel als een speer ! 112 al !!
BeantwoordenVerwijderenJe bent in elk geval lekker bezig.💘