Haus Erprath, Xanten
In 1768 erfde Karl Franz Werner (Karl)
van Haeften (1732-1802) van zijn oom Johan Werner Müntz, de Heerlijkheid
Erprath bij Xanten in Noordrijn-Westfalen. Het huwelijk van Johan Werner Müntz
met Sarah von Meinertzhagen bleef kinderloos. Johan Werner Müntz was de broer
van Louisa Müntz (1706-1760), die was getrouwd met Gerard Martin Willem van Haeften
(1706-1767), de vader van Karl. Deze Gerard was aanvankelijk als officier in
dienst van de Staten Generaal van de Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden.
Door een attest van de Prins van Oranje uit 1751 werd hij kolonel in het
Regiment van de Prins van Holstein Gottrop. Hij diende de belangen van de
Republiek in Noordrijn-Westfalen te verdedigen. Later trad hij in dienst bij
het Pruisische leger. Van vlag wisselen was in die tijd heel gewoon voor beroepssoldaten.
Al in 1758 waren Gerard en zijn vrouw Louisa bij zijn zwager op Erprath gaan wonen.
Erprath komt al in 1386 in de
analen voor, toen Knaap Johann Budel aan de kerk in Xanten beloofde jaarlijks
een schenking te doen. Het moderne Haus Erprath, geheel opnieuw opgetrokken van
de oude stenen na de totale verwoesting tijdens de Tweede Wereldoorlog, ligt
ongeveer 500 meter ten Noorden van het station van Xanten en circa 1 km. ten
Zuiden van het Archeologische Park van Xanten. Tegenwoordig is op Erprath het moderne
hoveniersbedrijf van de firma Rheker gevestigd
met veel eigen boomteelt.
Haus Erprath, in de
18e en 19e eeuw
|
Als eerste eigenaar van Erprath
noemde Karl, nazaat van de familie van Haeften die woonde op Kasteel Verwolde,
zich niet meer “Van Haeften” maar “Von Haeften”, hierdoor is hij de werkelijke
stamvader van de Duitse tak van het geslacht Von Haeften. Zijn voorouders leefden
weliswaar op Duitse bodem maar waren nog Nederlands. Karl was eigenaar van
Duitse grond en onderworpen aan de Pruisische Kroon, dus Duitser. Bij het Haus
Erprath behoorde in die tijd zo’n 202 morgen (ca. 50 ha.) land. Karl beheerde
Erprath niet alleen, hij schreef ook een 10 pagina’s tellende geschiedenis van
het huis, voorzien van een stamboom van een vorige eigenaars.
Sinds Karl gold binnen de familie
Von Haeften de stelregel, dat de oudste zoon Erprath zou erven en dat andere
zonen militair moesten worden in het Pruisische leger. Karl trouwde in 1762 in
Moers met Sara Christiane Friederike von Wedzik de Widowsky (1741-1803). Daardoor
werd het familiebezit uitgebreid met Kasteel Goch, dat Sara Christiane Friederike
van haar zuster had geërfd. Het paar kreeg 12 kinderen van wie Wilhelm (Wilhelm)
Ludwig Werner von Haeften (1796-1836) het zesde kind was en de oudste zoon. Hij
erfde dus Erprath. Wilhelm voerde niet alleen het beheer over Erprath, hij was
tevens burgemeester van Xanten en hij maakte ook carrière in het Pruisische
leger. In 1810 kreeg hij zijn ontslag uit het leger in de rang van kapitein.
Wilhelm Ludwig
Werner von Haeften op jeugdige leeftijd
|
Wilhelm is als soldaat actief in
verschillende veldslagen in Holland in de jaren 1787 en 1792-1794. Hij nam ook
deel aan gevechten bij St. Amand, St. Imbert, Kaiserslautern en Moorlautern. Tijdens
een veldslag tegen Napoleon werd hij krijgsgevangene gemaakt, maar hij diende
op 19 februari 1808 een verzoek in om, op zijn erewoord, vrijgelaten te worden
om de zaken op Erprath te regelen. Zijn verzoek werd ingewilligd.
Wilhelm had naast de krijgskunst
en het beheer van Erprath ook belangstelling voor andere zaken. De genealogie
van de familie Von/Van Haeften interesseerde hem in hoge mate. Toen de
Pruisische Koning in 1824 de adel herstelde in Noordrijn-Westfalen, maakte Wilhelm
zich bij hem sterk om voor zijn familie het predicaat “Freiherr” of “Baron von
Haeften Châtillon” te verkrijgen door een omvangrijke familiestamboom te
overleggen. Koning Friedrich Wilhelm III ging echter niet in op het verzoek van
Wilhelm, omdat hij de afstamming van het geslacht Von/Van Haeften van het
Franse geslacht
Châtillon niet bewezen achtte.
Brief van Wilhelm
Ludwig Werner von Haeften om vrijgelaten te worden uit krijgsgevangenschap
|
Tevergeefs trachtte Wilhelm de
koning met een nog uitvoeriger studie op andere gedachten te brengen. Over de
adelskwestie in Nederland voerde Wilhelm correspondentie met Adriaan
van Haeften, die geprobeerd heeft de titel “Baron” te verkrijgen, maar door
de Hoge Raad van Adel slechts beloond werd met “Jonkheer”. In 1827 liet
Wilhelm, naar Nederlands voorbeeld, een grote stamboom
maken van de Duitse familie von Haeften. Wilhelm had daarnaast ook nog oog
(voor de kwaliteit van) zijn woonomgeving. In 1821 gaf hij opdracht voor grote
herstelwerkzaamheden aan Haus Erprath.
Natuurlijk erfde Wilhems oudste
zoon Karl Christian Theodor (Karl) von Haeften (1802-1870), conform de
familiestelregel, Haus Erprath, maar door zijn huwelijk in 1827 met Emilie Freya Franziska Wilhelmi (1808-1862)
kwam hij ook in het bezit van het landgoed Hohenschwarfs, even ten Zuiden van
Rostock in Noordoost Duitsland. Karl gaf er de voorkeur aan met zijn gezin op
Hohenschwarfs te verblijven en liet het beheer van Erprath over aan zijn
jongere broer Christian August Ludwig Reinhard (Christian) von Haeften
(1804-1855). For the time being was Christian “Herr auf Erprath”. Tot 1838
bekommerde Karl zich vooral om zijn militaire carrière. Toen hij het leger
verliet had hij de rang van kapitein.
Toen Christian in 1855 overleed,
besloot Karl terug te keren naar Erprath. Zijn gezin bleef achter op
Hohenschwarfs. Toen zijn vrouw Emilie zeven jaar later ook overleed verkocht Karl
Hohenschwarfs en investeerde de opbrengst in Erprath.
Karl Christian
Theodor von Haeften
|
In de jaren 1861-1864 heeft Karl
grote verbouwingen op Erprath doorgevoerd. Het interieur werd geheel
gerenoveerd. De 16 venters kregen stenen vensterbaken, de deurpost werd in
steen uitgevoerd en de brug over de gracht rond het huis werd ook in steen
opgetrokken. De totale kosten van de renovatie bedroegen 6558 Taler (= ca. €
5500). Door aankoop van gronden kon Karl het grondoppervlakte van Erprath
vergroten tot 253 morgen (= ca. 70 ha.). En, net als zijn vader, had hij grote
interesse in genealogie. Ook hij heeft een familiestamboom gemaakt.
Karl overleed in 1870. Hoewel
Eugen August Heinrich Ernst (Eugen) von Haeften (1836-1893) de derde zoon was
van Karl werd hij toch eerste erfgenaam voor Erprath. Zijn oudste broer was al
gestorven zonder opvolgers na te laten en zijn tweede broer, die Pruisisch
Staatsarchivaris was, bleek ongeschikt voor de landbouw. Eugen was alleen in
staat Erprath te beheren door de geldelijke middelen van zijn vrouw. Het goed
was met 70 ha. te klein voor een verantwoorde economische bedrijfsvoering.
Erprath moest in 1879 verkocht worden.
Eugen von Haeften
met gezin in tuin van Haus Erprath
|
Er zullen twee redenen zijn
geweest waardoor Eugen genoodzaakt was
Erprath te verkopen. Zijn vader had in zijn testament bepaald, dat Eugen zijn
beide oudere broers moest uitkopen, wilde hij in het volle bezit komen van
Erprath. Daardoor moest hij veel geld aan de bedrijfsvoering onttrekken. De
tweede reden zal vrijwel zeker zijn geweest, dat Eugen, net zoals overigens
zijn vader, grootvader en overgrootvader, eigenlijk meer militair was, dan
beheerder van een landgoed. Eugen klom op tot kapitein van het 16e
Regiment Infanterie van het Pruisische Leger.
Haus Erprath, anno
2012
|
Na de verkoop van Erprath
vestigde Eugen zich met zijn gezin in Braunschweig en eindigde de verbinding
van de familie Von Haeften met Erprath. Tijdens een bezoek aan Haus Erprath
tijdens de Haeften Meeting 2012 heb ik met eigen ogen gezien, dat het moderne
huis een bedrijfswoning voor een groot gezin is, waarin slechts een tekening
van het oude huis en een gedenkplaat herinneren aan de situatie van vroeger.
Gedenkplaat
|
De moeder van de huidige eigenaar
vertelde toen op indringende wijze over de verschrikkingen tijdens de Tweede
Wereldoorlog en dat de geallieerden het huis volledig plat bombardeerden, omdat
ze vermoedden, dat Nazi’s zich er verborgen hielden.
Tiel, 06-01-2017
Geen opmerkingen:
Een reactie posten