Trouwste Ajax-fan
Op 22 september 1979 meldde De
Telegraaf, dat de trouwste Ajax-fan die avond feest zou vieren, omdat “hij weer jarig is”. Onder dat motto had
een speciale feestcommissie uitnodigingen verstuurd om de 96ste verjaardag
van de trouwste supporter, die Ajax ooit heeft gehad, te vieren met een
receptie in het Euro-motel langs de A2. Cees Welling was al meer dan 65 jaar
donateur van Ajax en sloeg nooit een wedstrijd over.
Cees Welling,
trouwste Ajax-fan
|
Cornelis Hermanus (Cees) Welling
werd op 18 september 1883 in Utrecht geboren als tweede zoon van Hermanus
Welling (1859-1891) en Christina Maria Schreuder (1860-1940). Herman en
Christina kregen in totaal zes kinderen, drie jongens en drie meisjes. De twee
jongste kinderen was geen lang leven beschoren, beiden stierven op zeer jonge
leeftijd. Na het vroege overlijden van
Herman – hij werd slechts 32 jaar - trad Christina in 1893 in het huwelijk met
Cornelis Jacobus Joseph van Rijn. Uit dat huwelijk werd een dochter geboren, Maria
Cornelia van Rijn (1896-1978) die de grootmoeder zou worden van voormalig Minister
van Vreemdelingenzaken en Integratie Rita Verdonk.
Cees trouwde met Theodora Johanna
(Thea) Ruiter (1882-1962) in Utrecht in 1908. Het paar woonde tot 1912 op het
adres Sterrenhof 3 in het centrum van de Domstad. In 1912 verhuisden Cees en
Thea en hun twee jaar oude dochter Hermina Maria Cornelia (Mies) naar het adres
Leidschekade 113, waar hun overige drie kinderen werden geboren, nog twee dochters
Johanna Theodora (Jo) en Maria Cornelia (Rie), en een zoon, Cornelis Antonius
(Cor). Mies en Rie trouwden later (resp. 1933 en 1938) met de broers Theo en
Anton Sluitman.
Cees verdiende de kost als zelfstandig
behanger/stoffeerder en koopman, een soort ZZP’er zouden we tegenwoordig zeggen.
In die jaren werd hij donateur van Ajax, de club die hij voor altijd in zijn
hart sloot.
In 1917 ging Cees voor de eerste
keer failliet. Bij gebrek aan baten werd het faillissement binnen een maand
opgeheven. Korte tijd later verhuisden Cees en zijn gezin naar Amsterdam.
Het Volk, d.d.
04-09-1917
|
Zakelijk gezien ging het Cees ook
in Amsterdam niet voor de wind, want in 1920 en 1924 volgden weer faillissementen,
evenals in 1927 en 1939. Bij de verklaring van het laatste faillissement was
Cees inmiddels verhuisd naar het adres Kuinderstraat 40 1 hoog in de Rivierenbuurt.
Hij zou op dit adres tot zijn dood blijven wonen.
Algemeen
Handelsblad, d.d. 05-07-1939
|
Tijdens de eerste jaren van de Tweede
Wereldoorlog is Cees herhaalde malen in aanraking geweest met de politie in Amsterdam.
In mei 1940 deed hij twee maal aangifte van diefstal van zijn fiets. De eerste
fiets was ontvreemd op de hoek van de Alb. Cuijpstraat en de Frans Halsstraat,
de tweede was bij zijn huis vandaan meegenomen. Op zaterdag 5 oktober 1940 deed
Cees aangifte van het feit, dat hij de vorige nacht rond 00:30 uur was achtervolgd
door twee, hem onbekende personen, die, toen hij thuis was, zijn voordeur vernielden.
Hij vermoedde dat zijn achtervolgers politieke tegenstanders van hem waren. Uit
het politierapport valt niet op te maken wie dat geweest moeten zijn. NSB-ers,
omdat hij aanhanger was van Ajax?
Politierapport, d.d.
05-10-1940, (detail)
|
Begin januari 1941 werd Cees ’s
nachts om 03.00 uur door de Rijksveldwacht van zijn bed gelicht om een straf van twee dagen
hechtenis te ondergaan. Jammer genoeg vermeldde het politierapport niet voor
welk delict Cees die twee dagen moest brommen. Opvallend is wel, dat Cees en
zijn zoon Cor, die ook als stoffeerder werkzaam was, in de begin jaren van de
oorlog samen zes keer aangifte deden van ontvreemding van een rijwiel.
In augustus 1943 meldde Cees zich
weer bij de politie, dit maal om aangifte te doen van diefstal van zijn
portefeuille uit de binnenzak van zijn jas. De diefstal vond plaats in café
Hoogenwoning aan de Utrechtsestraat/hoek Kerkstraat tussen 21:00 uur en 21:30 uur.
In zijn portefeuille zat een geldbedrag van fl. 2000, bestaande uit
verschillende coupures. Ook in dit geval vermeldde het politierapport de afloop
niet.
Het is niet uit te sluiten, dat
Cees tijdens de oorlog vreesde in Duitsland te werkgesteld te worden. Hij heeft
in ieder geval bij de gemeente Amsterdam in 1941 een paspoort aangevraagd en
gekregen met een geldigheid tot 1943.
Vrij kort na de oorlog ging Cees
met pensioen. Nu had hij alle tijd om zijn aandacht volledig op Ajax te
richten. Cees overleed op 10 december 1982 op 99-jarige leeftijd. Zijn
overlijden werd officieel vastgesteld door de schouwarts A.C. Depla.
Tiel, 09-01-2017
Geen opmerkingen:
Een reactie posten