Nederlandse Katholieke Sportbond
In dit verhaal neem ik u weer mee
naar een fenomeen uit het Rijke Roomse Leven. In de jaren na de Tweede
Wereldoorlog stoelde de Nederlandse samenleving nog volop op de verzuiling, de
verdeling van de samenleving in groepen op levensbeschouwelijke of sociaaleconomische
basis. waarbij de groepen in bepaalde mate van elkaar zijn afgeschermd. Elke
groep had zijn eigen scholen, verenigingen, sportbonden, politieke partijen,
vakbonden, omroeporganisaties, kranten en ziekenhuizen. De Nederlandse
Katholieke Sportbond (NKS), opgericht op 23 februari 1946, was een
overkoepelende bond van katholieke organisaties, personen en verenigingen die
op het gebied van de sport werkzaam waren.
Hoewel mijn vader zelf wars was van het zelf beoefenen van sport, werd
hem gevraagd bestuurslid te worden van de Amsterdamse afdeling van de
Nederlandse Katholieke Sportbond, vanwege zijn bestuurlijke kwaliteiten en zijn
bekendheid bij het katholieke volksdeel door zijn reportages in dagblad De Tijd.
Hij stemde toe en werd tot 1961 voorzitter. Uiteraard maakte van het bestuur
ook een door de kerk benoemde priester deel uit als moderator. De moderator had
de taak het katholieke karakter van het bestuur te bewaken.
Bestuur Afd.
Amsterdam van NKS, mijn vader naast de moderator, links van mijn vader
Seebregts, staand geheel rechts Hogema
|
In zijn tijd als voorzitter van de Amsterdamse afdeling van de NKS nam
mijn vader ons vaak mee naar handbalwedstrijden, die de katholieke bond
organiseerde in de veilinghallen in Aalsmeer. Als voetballer bij RKAVIC heb ik
zelf weinig gemerkt van het alleen maar spelen binnen de eigen zuil. Regelmatig
speelde ik tegen clubs als Ajax, Blauw Wit, DWS en AFC.
Mijn vader raakte binnen het
bestuur van de Afdeling Amsterdam van de NKS al gauw bevriend met secretaris
Anton Hogema. Dat zal ongetwijfeld mede een gevolg zijn geweest van het feit,
dat Hogema met zijn gezin op het Gallileiplantsoen in de Watergraafsmeer
woonde. Lekker dichtbij dus. Wanneer mijn moeder weer eens in het ziekenhuis
lag werd één van ons vaak ‘ondergebracht’ bij de familie Hogema.
In de Amsterdamse afdeling van de
NKS leerde mijn vader ook Ed Seebregts (†1968) kennen, die werkzaam was als gymnastiekleraar aan
het gymnasium van het St. Ignatiuscollege. Seebregts was tijdens de eerste
jaren op het IG mijn gymnastiekleraar. We hadden afwisselend les in de gewone
gymnastiekzaal en in de zgn. fabriek. Een tot leslokalen omgebouwde fabriek met
op de onderste verdieping een gymnastiekzaal, die vol stond met pilaren ter ondersteuning
van de bovengelegen verdiepingen. De fabriek leende zich meer voor spel dan
voor normaal gymnastiekonderricht. Sepie, want zo luidde de bijnaam van
Seebregts, nam ons vaak mee naar buiten voor een paar partijtjes handbal op de
cour van het IG.
Handbalteam,
gymnasium 1C, 1960, ik ben keeper
|
Sepie organiseerde regelmatig
kleine toernooien tussen de teams van de verschillende klassen. Met het team
van klas 1c, bestaande uit Paul Wartenbergh, Theo Scheepens, Gerard Weesing,
ikzelf, Harry Uijlings, ?? en Tony Schmidt, wonnen we die toernooitjes een paar
keer.
Met Seebregts constateerde mijn
vader, dat er behoefte was aan een katholieke opleiding voor sportleiders in de
regio Amsterdam. Bij Seebregts zal het idee voor een sportleidersopleiding
ontstaan zijn door vragen die hij kreeg van de jonge jezuïeten op het IG, die
allen verbonden waren aan een van de sportverenigingen van de school. Wat wordt
er van ons verwacht als leider? Hoe moeten we omgaan met jongens tussen 12 en
20 jaar?
Samen richtten Seebregts en mijn
vader de opleiding op. Mijn vader werd tot 1967 voorzitter van het curatorium
van de Amsterdamse Katholieke Sportleiderschool. In januari 1959 ging de Katholieke
Sportleiderschool tijdens een feestelijke bijeenkomst in het Van Nispenhuis van
start. De KNVB gaf direct zijn medewerking aan de amateur spelleiderscursus. Er
ging ook een cursus voor turnverenigingsleiders van start. Twee jaar later
volgde een opleiding tot judoleraar.
Vrijwel het voltallige bestuur
van de Amsterdamse afdeling van de NKS kondigde op 11 april 1961 aan op de
eerstvolgende Algemene Ledenvergadering van de NKS te zullen aftreden,
‘omdat
er ernstige principiële meningsverschillen waren ontstaan met het landelijk
bestuur van de NKS over de structuur van de organisatie.’
Het struikelblok tussen het
landelijke bestuur en het bestuur van de afdeling Amsterdam was de
democratisering binnen de NKS. Omdat de afdelingen van de NKS niet waren
gehoord, bestreden de afgetreden bestuursleden bij monde van mijn vader de
rechtsgeldigheid van de vergadering, waarin van bovenaf (op advies van het
episcopaat?) een andere structuur voor de NKS werd opgelegd. Het paste niet
meer in de tijd, dat bestuursbesluiten getroffen zouden kunnen worden door een
veto van de geestelijk adviseur.
Van het bestuur van de afdeling
Amsterdam van de NKS traden mijn vader, Hogema en E. Salentijn af tijdens de Algemene Ledenvergadering van 25
april 1961. De nieuwe structuur werd evenwel doorgevoerd in 1965. Vanaf dat
moment veranderde de naam van Nederlandse Katholieke Sportbond in Nederlandse
Katholieke Sportfederatie.
Tiel, 25-01-2017
Geen opmerkingen:
Een reactie posten