Namen
Elk jaar wordt er een lijstje
gepubliceerd van de voornamen, die het afgelopen jaar het meest werden gegeven
aan pas kinderen. Een soort populariteitspoll voor namen. Natuurlijk is dat
niets nieuws, in elke familie zijn in een bepaalde periode sommige namen veel in
zwang dan andere. Iedere genealoog is daarvan op de hoogte.
Ik heb mijn stambomen er nog eens
op nagekeken. De naam die dan direct opvalt, omdat die door de eeuwen heen in
alle families veel voorkomt, is de meisjes naam Elisabeth. Daar kan werkelijk
geen jongensnaam tegenop. Een andere naam, die zowel in het geslacht Van Haeften
in de 14e tot de 16e eeuw als in de familie Welling in de
18e en 19e eeuw goed scoort, is de doopnaam Gijsbert(us).
Ik was dan ook heel verbaasd, toen mijn oudste kleinzoon de naam Gijs kreeg, na
meer dan een eeuw kwam de naam weer terug. Dezelfde verwondering had ik een
aantal jaren eerder, toen mijn neef de naam Wouter kreeg. Wouter, Walter, Wolter
of Wouterus was een populaire naam in de familie van mijn moeder in de periode
van de 18e tot de 20ste eeuw. De stamvaders van de
familie Bosman heetten zo. Zouden de ouders dat geweten hebben?
Binnen de familie Van Haeften was
in de 14e-16e eeuw de ene Otto de vader van de andere. En
was Otto niet de vader van Otto dan was het wel Arnt of Dirck of Diederick. De
vroeger veel voorkomende naam Al(l)ard verdween in de 17e eeuw, maar
kwam met veel gevoel voor traditie in 1948 weer terug. Het moet in de 18e
eeuw moeite gekost hebben om binnen de familie alle Adriaans en Adriana’s van
elkaar te onderscheiden. Namen, die men in de familie van Haeften ook graag aan
de kinderen gaf, waren nog Catharina, Jacob, en alle andere schrijfwijzen, Jacoba,
Nicolaes oftewel Claes, Reinier, als verwijzing naar Renaud uit het oude geslacht
Chatillon, en Walraven en de vrouwelijke vormen Walrave en Walravina. Zeer
velen uit de familie droegen de naam Johannes, Johan, Jan of Johanna of welke
andere vervorming van Johannes dan ook. In de Amsterdamse tak van de familie
was in de 19e en in het begin van de 20ste eeuw de combinatie
Johannes Martinus erg geliefd. Men onderscheidde de mannen van elkaar door de
roepnaam: Joop, Jan, Martin, Marten en Hans.
In de familie Welling waren in
vroeger tijden namen als Alijda, Ant(h)onius, Cornelia, Hendrik, Jacob(us) en
Margaretha, vaak in combinatie met Catharina, zeer geliefd. Alleen in de tak van
de familie, waartoe de mensen hoorden die in de Amersfoortse textielindustrie
werkten, kwam de naam Arnold(us) vaak voor. Beroemd, zou je kunnen zeggen, was
de familie vanwege de combinatie Adrianus Leonardus, die vooral in de 19e
eeuw om de haverklap aan oudste zonen werd gegeven. Bijna altijd was dan de
roepnaam Leo en de initialen A.L. Om de initialen te behouden gaf men later
zonen voornamen als Antonius Leonardus of Albertus Leonardus, wanneer een ouder
broertje met de naam Adrianus Leonardus al was overleden.
Frans Bosman (1863-1946), De eerste van de reeks Henk van Frans... |
Binnen de familie Bosman noemde
men aan het einde van de 19e eeuw zonen veelal Arnoldus Wilhelmus of
alleen Wilhelmus. De familie had geen echte voorkeur voor een meisjesnaam.
De mooiste combinaties van
voornamen is echter nog steeds voorbehouden aan de familie Bosman. In de tak van
mijn moeder van deze familie noemde men de zonen graag Hendrikus Gregorius of
Franciscus Albertus. Zo is vanaf 1863 tot de dag van vandaag de reeks, van heden
naar verleden, Frans van Henk van Frans van Henk van Frans ontstaan. Een reeks
die het verdient voorgezet te worden.
Tiel, 14-02-2016
Geen opmerkingen:
Een reactie posten