Mijn moeder
Mijn broertjes en zusjes lagen al
op bed. Ik kwam pas beneden, als ik mijn huiswerk af had. De eerste klas van
het gymnasium kostte me erg veel moeite. Toen ik beneden kwam, schonk mijn moeder een warme kop thee voor me in. Ze ging
tegenover me aan tafel zitten onder de grote lamp. Op zo’n moment genoot ik
ervan de oudste te zijn. Samen met mijn moeder. Ze vroeg hoe het op school ging,
terwijl ze wel wist, dat ik er veel moeite mee had. Ze vertelde me van haar
eigen schooltijd, op de MULO. Hoe ze was gaan werken bij het Spoor in Utrecht,
dat was vlak na de oorlog zo’n zekere baan. Ze leerde mijn vader kennen aan het
toneel. Hij was regisseur en leerde haar hoe ze moest spelen. Er sloeg een vonk
over.
Tijdens de oorlog, toen ze al
verkering hadden, deed mijn vader er alles aan om uit de handen van de Duitsers
te blijven. Hij moest vaak onderduiken, mijn moeder werd daar bang van. Maar
hij redde het. Na de oorlog verloofden ze zich. Mijn vader werkte in Utrecht
bij de krant. Toen hij voldoende verdiende, gingen ze trouwen. Al gauw kwam ik
ter wereld.
Om meer te kunnen verdienen ging
mijn vader bij dagblad De Tijd werken. We verhuisden naar de Bredeweg in
Amsterdam. Mijn vader klom op tot chef van de redactie bij de krant. Nu was hij
voor een half jaar in Afrika om te schrijven over de veranderingen in de
missie. In Afrika woonden geen wilden met botten door hun neus. Nee, daar
woonden gewone mensen net als wij, alleen waren ze zwart. In de missie ging het
al lang niet meer om zo veel mogelijk zwartjes te bekeren tot het ware geloof.
Het ging erom deze mensen te helpen bij hun ontwikkeling na eeuwen van
koloniale uitbuiting. Missie en zending hadden geen enkele baat bij het
zilverpapier en de doppen van melkflessen, die menig gelovig gezin spaarde.
|
Mijn vader in
Afrika, 1961
Mijn moeder vroeg mij hoe de
paters op school reageerden op de stukken van mijn vader. Die vonden ze
geweldig, papa kon bij hen geen kwaad meer doen, zeker niet bij de progressieven.
Mama zei me, dat ze het fijn vond, dat ze mijn vader zo bewonderden. Maar ze
voegde er ook een waarschuwing aan toe. Hij kon goed schrijven en praten, maar
zijn handen waren allebei links. Hij kon nog geen ei koken. Vroeger hoefde hij
van zijn moeder nooit wat te doen in het huishouden. Dat was meidenwerk. Mijn
vader moest als schrijver uitblinken, slagen in deze wereld. Oma vond mijn
moeder eigenlijk niet de geschikte vrouw voor mijn vader, hij verdiende beter
dan een tuindersdochter. Mama vertelde, dat het voor ons jongens goed was alles
van het huishouden te leren.
Even keek mijn moeder strak voor
zich uit. Maar hij is wel lief, hoor, zei ze. Ze hoopte alleen dat hij het al
die tijd zou redden in Afrika, dat hem geen nare dingen zou overkomen. Hij had
haar steun zo nodig.
In het voorjaar van 1961 ging
mijn moeder mijn vader ophalen in Genua. Na een ziekte van een maand onderbrak
hij zijn reis en kwam per schip vanuit Dar es Salaam naar Europa. Hij
verwachtte niet, dat de situatie in West Afrika veel anders zou zijn dan in
Oost Afrika. Van Genua reisden mijn
ouders naar de wintersport, ze hadden wat in te halen.
Mijn moeder overleed vrij
plotseling op 22 september 1964. Daarna pas realiseerde ik me, dat ze mij met
de gesprekken aan de eettafel onder de grote lamp voorbereidde op het leven
zonder haar. Wat zou ik nog graag met haar over mijn leven praten.
Na afloop van haar voorstelling
signeerde Simone Kleinsma de gekochte CD van de voorstelling. Ik liet haar
weten, dat ze me met haar liedje over haar moeder diep had geraakt. Ze
antwoordde, dat ze het fijn vond, dat ze dat met haar muziek teweeg had kunnen
brengen.
Tiel 17-02-2016
|
|
|
|
|
|
|
Geen opmerkingen:
Een reactie posten