Familiefoto's

Familiefoto's
Familiefoto's

woensdag 9 maart 2016

Genealogisch blog 31



Geestelijken

Aan de vooravond van mijn middelbare schoolcarrière op het Ignatiuscollege in Amsterdam vroegen de paters aan mijn ouders op te geven hoe vaak per week ik van plan was ’s morgens voor school naar de kerk te komen. Ik durfde het wel aan om drie maal op te geven. Ik zou op het IG mijn loopbaan als misdienaar kunnen vervolgen. Op de lagere school had ik al ontdekt, dat het lang niet zo saai was actief, en leuk verkleed aan het toneelstukje mee te doen dat op het altaar werd opgevoerd dan er van grote afstand naar moeten kijken. Dan duurde zo’n mis in mijn kinderlijke verbeelding soms uren. Bij de nonnen op het Linnaeushof in Amsterdam had ik fonetisch geleerd welke Latijnse teksten ik als misdienaar moest oplepelen. Ik had een grote voorkeur voor rouw- en trouwdiensten. Dan kwam de koster van de H.H. Martelaren van Gorcumkerk naar de St. Lidwinaschool om misdienaars op te trommelen. Ik wilde dat heel graag doen altijd, geen les en het leverde meestal wel een gulden of een knaak op.

misdienaar
Als misdienaar bij de doop van mijn zusje, 1958

Ik gaf dus een vervolg aan mijn loopbaan als misdienaar op het IG. Drie maal per week vertrok ik om 07:00 uur van huis en fietste door weer en wind naar de Hobbemakade, want om 7:30 uur moest ik dienen. Afhankelijk van je indeling verschoof dat soms een half uur. Het liefst diende ik bij een pater van wie ik wist, dat hij zijn dagelijkse plicht in minder kan een kwartier afraffelde. Dan was er nog veel tijd voor aanvang van de school. Had ik pech, dan moest ik dienen bij een pater, die voor zijn mis zo veel tijd nam, dat ik moest vrezen te laat te komen voor het eerste lesuur.

Na de mis kon je in de aula, onder het genot van werkelijk heerlijke thee, je ontbijt nuttigen en nog wat huiswerk nakijken, nadat je je eerst gemeld had bij de surveillerende, aankomende pater van dienst, die noteerde, dat je ter kerke was gegaan. Daarmee hielden de Jezuïeten bij of je nakwam wat je schriftelijk beloofd had. Ze waren zo slim, die Jezuïeten!

Hoogtepunten van het misdienaar-zijn waren de grote kerkelijke feestdagen. Dan werd een stuk opgevoerd waarvoor mensen uit heel Amsterdam graag naar de grote kapel aan de Hobbemakade kwamen. Ze moesten zich daarvoor aanmelden. Voor zulke diensten oefenden niet alleen het koor onder leiding van Bernard Huijbers om, zoals mijn broer zei, Onze Lieve Heer van het kruis te zingen, maar ook wij misdienaars. We oefenden in het plechtig lopen en ernstig kijken. Ik was na die nachtdienst altijd blij als mijn vader opmerkte, dat het zo’n mooie dienst was geweest.

Ondanks mijn deelname aan die mooie missen, beklijfde het geloof bij mij niet. Toen ik al in de hogere klassen zat, schreef ik in de schoolkrant De Harpoen, dat wij jongeren met de Rooms Katholieke Kerk in onze maag zaten. Mij persoonlijk zegt de kerk ook niet veel, schreef ik, maar dat was toen nog niet voldoende reden om de kerk de rug toe te keren. Enkele jaren later deed ik dat met het grootste gemak. Ik wilde niets meer te maken hebben met dat dogmatische instituut, dat geen enkel begrip had voor de dagelijkse noden van de mens. Ik liet me zelfs formeel uitschrijven.

De kerk had in mij jeugd, net als vele eeuwen daarvoor, van die vastgelegde dan wel mondeling overeengekomen afspraken met de gelovigen, die zwaar op het geweten drukten, wanneer ze niet werden nagekomen. Als ik ziek was had mijn moeder de verplichting vóór een bepaalde tijd naar het IG bellen, dat ik die dag niet zou komen dienen. Dan kon het rooster nog aangepast worden.

Zo’n afspraak was in vroeger eeuwen, dat er uit elk gezin één kind geestelijke moest worden. Man of vrouw maakte niet uit, kloosterorden waren er voor beide seksen in overvloed. Vanaf de vroege middeleeuwen tot ver in de 17e eeuw is de familie Van Haeften die afspraak trouw nagekomen. Uit elke tak van de familie werden mensen naar het klooster gestuurd, vooral vrouwen. Populaire klooster waren onder meer Wijk bij Duurstede, Rijnsburg, Noordwijk, Zaltbommel en Mechelen. Onder al die vrouwelijke kloosterlingen viel vooral Aleid van Haeften op, die leefde tot 1507. Zij trad in in het klooster van de Cisterciënzerinnen in Noordwijk. In 1445 deed zij haar geloften. Binnen de kloostergemeenschap vervulde zij eerst de functie van koster van 1480 tot 1481, daarna was zij van 1486 tot 1490 ‘Zuster Vinaris’. Ze beheerde de voorraad wijn van de zusters. Nee, jij vandaag niet, je hebt gisteren al zo veel gehad.

De mannen moesten het omvangrijke familiebezit beheren en verdedigen tegen vreemde indringers. Die konden vaak ook niet gemist worden als militair of rechter. Voelden ze zich wel tot het geestelijke leven aangetrokken dan vervulden ze het ambt van kanunnik of vicaris. Anthoni van Haeften (1557-1645) en zijn vrouw Anna Jacoba van der Meer (1563-1629) leverden voor de kerk een topprestatie. Lakenkoopman Anthoni vervulde binnen de Utrechtse geestelijke gemeenschap tal van nuttige functies als kanunnik van de Oud Munsterkerk en huismeester van het Heilich Cruijsgasthuis, dat hij na zijn dood nog verraste met een legaat van fl. 800,00.

De drie dochters van Anthoni en Anna, Josina, Johanna en Elisabeth, deden hun intrede bij de zusters Victorinnen, die in het Blijdenbergklooster in Mechelen woonden.

Mechelen

Ook hun zoon Jacob (1589-1648) voelde zich sterk tot het kloosterleven aangetrokken. Hij trad in 1610 als novice in bij de Benedictijner Abdij van Afflichem (België). Hij sprak in 1611 zijn geloften uit t.o.v. bisschop Matthias Hovius (1552-1620) van Mechelen en nam toen de kloosternaam ‘Dom. Benedictus’ aan. In 1616 stelde de aartsbisschop van Mechelen hem eerst aan als Prior en twee jaar later als Proost over de Benedictijnen van Afflichem.

De abdij van Afflichem was behoorlijk in verval geraakt. Dom. Benedictus heeft de abdij in geestelijke en materiële zin weer tot bloei gebracht door de invoering van strenge hervormingen. Hij behoorde tot de richting der rigoristen, die een ascetische en moreel veeleisende levenswijze predikten als tegenstroom tegen de religieuze praktijken uit die tijd. Om zijn denkbeelden kracht bij te zetten schreef Dom Benedictus acht religieuze boeken. Het laatste daarvan “Venetio sacra, sive de arte quaerendi Deum” heeft hij door ziekte niet kunnen voltooien en is na zijn dood in 1650 uitgegeven.

Abdij Afflichem


Was Dom. Benedictus een strenge handhaver van de regels van het geloof, Alardus Bernardus van Haeften (1660-1729) was dat beslist niet. Toen hij in 1685 afstudeerde aan het Urbanus College in Rome, noemde rector Andreas Buonvicini hem een knappe en kundige priester met een goede inborst. Na zijn wijding werd hij pastoor in Maasland. In 1691 verliet hij de Rooms Katholieke Kerk en werd Oudkatholiek. Hij vervolgde zijn loopbaan als priester in Leeuwarden en aartspriester van Friesland. In 1718 benoemde Apostolisch Vicarus Th. de Cock pastoor B. Fock tot aartspriester van Friesland, omdat Alardus afweek van de leer. Hij vertrok naar Vianen, waar hij nog regelmatig optrad als herder van de oudkatholieken. Vijf jaar later overleed hij. 
De familie Van Haeften moest daarna ongeveer een halve eeuw wachten op de volgende geestelijke. Dat was geen katholieke geestelijke meer, de hele familie was inmiddels overgegaan tot de reformatie.

De volgende geestelijke was hervormd predikant Johannes Henricus Hacke (1765-1799), die getrouwd was met Johanna Cornelia van Haeften (1767-1838). Hacke heeft gewerkt in Amersfoort, Rotterdam, Nijmegen en ’s Gravenhage. Het stokje werd na hem overgenomen door David Johan van Haeften (1814-1890), die vooral in het Oosten van het land werkte. Abraham Willem Kluijve (1845-1918), die gehuwd was met Perina Cornelia Aletta van Haeften (1837-1921) was de volgende en voorlopig laatste predikant. Het werkterrein van Kluijve was met name de kop van Noord Holland. De jongste telg uit het geslacht Van Haeften, die zich met de verkondiging wil bezig houden, is de thans eenendertigjarige Josh van Haeften.

Kende de familie Van Haeften vele zonen en dochters die zich, op wat voor wijze dan ook, met geloofsaangelegenheden inlieten, binnen de familie Welling waren dat er slechts drie. Deze katholieke familie moest drie eeuwen wachten, totdat zich in de tijd van het ‘rijke roomse leven’ de eerst priesterstudenten aanmelden: Anton Willigenburg (1915-1968) en Thijs Welling (1913-1965), beiden later kapelaan in diverse parochies, wereldgeestelijken dus. Hun ouders waren apentrots, dat zij een zoon hadden voortgebracht, die ‘het woord’ ging verkondigen. Hun eerste missen en latere priesterjubilea werden groots gevierd.

12,5 jaar priester
Thijs Welling 12,5 jaar priester
De laatste kapelaan is Co Welling (1937-1980) geweest, een achterneef van mij. Co droeg zijn eerste mis op in de parochie waarin hij was opgegroeid, St. Volbertus en St. Urbanus in Duivendrecht. Hij zal bij zijn keuze voor het priesterschap geïnspireerd zijn door zijn heeroom kapelaan Thijs Welling, die van 1939 tot 1942 kapelaan in Duivendrecht was. Co heeft gewerkt in Heemstede en Amsterdam. Ondanks zijn roeping was Co niet afkering van de geneugten van het moderne leven. In zijn vrije tijd was hij vaak met een hengel aan de waterkant te vinden. 

Co Welling

De laatste die zich geroepen voelde was Ton Welling, die op 25 januari 2004 in de Haarlemse St. Bavokathedraal de wijding tot permanent diaken ontving. Daarvoor was Ton actief in het onderwijs en de reiswereld. Het Tweede Vaticaans Concilie (1962-1965) heeft een permanent ambt van diaken ingesteld voor jonge celibatairen en gehuwde mannen van rijpere leeftijd. De diaken is krachtens zijn wijding bevoegd om in de mis het evangelie te lezen en te preken, in de catechese het geloof uit te leggen, het sacrament van de doop toe te dienen en als kerkelijke getuige op te treden bij een kerkelijk huwelijk. Ook kan een priester een gewijde diaken vragen om de H. Communie uit te delen.



Tiel, 09-03-2016



2 opmerkingen:

  1. Goedemorgen,

    Weet u wellicht meer te vertellen over deze Anthoni en zijn vrouw Anna Jacoba van der Meer? Weet u meer over haar tak? Ik weet dat haar ouders Jacob en Elisabeth van Sompeke zijn, maar waar kan ik deze Jacob aan linken? (Ergens anders een soortgelijke reactie geplaatst met nog wat aanvullende informatie mbt de familie van der Meer)

    BeantwoordenVerwijderen
    Reacties
    1. Ik verwijs naar mijn reactie op een dergelijke vraag bij Genealogisch blog 1.
      Groet.
      Paul

      Verwijderen